Onderhouden van de snavel van je vogel

Een vogel heeft geen tanden of kiezen, maar een snavel. Elke vogel heeft een snavel die bij zijn eetgewoontes past. Zo hebben kanaries of zebravinken in vergelijking met de grasparkiet een hele andere grootte en vorm.

Hoewel de vorm van de snavel is aangepast aan het gebruik en daarom bij elke vogelsoort anders is, geldt voor alle snavels dat ze onderhouden moeten worden.

Groeien

Een snavel groeit en een doorgegroeide snavel kan ervoor zorgen dat de vogel niet goed meer kan eten. Zo kan de vogel vermageren en in het ergste geval zelfs verhongeren.

Mineralen in de vorm van een mineralenblok of sepia mogen dan ook niet ontbreken in de volière om de snavel van je vogel in goede conditie te houden.

Kauwen

Met een snavel kan een vogel niet kauwen. Daar gebruiken zij maagkiezel voor. Vogels hebben twee magen: een spiermaag en een kliermaag. In die spiermaag zitten allemaal kleine steentjes, die in combinatie met een sterkte spierwand van de maag, de zaden en andere harde voedseldelen fijnmalen.

Maagkiezel

Veel vogelsoorten die als huisdier gehouden worden moeten dan ook maagkiezel toegediend krijgen. Maagkiezel is niet hetzelfde als grit. Grit is ook een bron van mineralen en wordt net als zaadjes fijngemalen.

Maagkiezel is daarentegen hard en blijft in de maag. Wel worden de maagkiezels steeds minder scherp door het malen van voer. Daarom moet de vogel regelmatig nieuwe maagkiezels toegediend krijgen. De oude worden dan met de ontlasting uitgescheiden door de vogel.

Bron: LICG