Alles over kleine marterachtigen

In Nederland komen zeven soorten marters voor: de das, otter, boommarter, steenmarter, bunzing, hermelijn en wezel. Marters zijn roofdieren met een verborgen levenswijze en ze worden daarom niet vaak waargenomen. In tegenstelling tot in het wild levende (jonge) vogels die de burger vaak in de publieke ruimte vindt als ze in nood zijn, komen (jonge) marterachtigen minder vaak in wildopvangcentra terecht. In deze presentatie willen we een introductie geven van (vooral de kleine marterachtigen): de bunzing, hermelijn en wezel. We gaan met jullie in gesprek hoe deze dieren het beste behandeld kunnen worden indien zij in nood worden aangetroffen. Bijvoorbeeld: een medewerker van een dierenambulance wordt met de volgende melding geconfronteerd: moet je een jonge marter die ligt te schreeuwen naast het fietspad of een oever meteen oppakken, warm houden en naar een wildopvangcentrum brengen? Hoe worden marterachtigen in (specialistische) wildopvangcentra verzorgd? Wat is hands-off beleid en waarom is dat belangrijk? Hoe worden marters na revalidatie weer terug gezet in de natuur? De Marterstichting en Stichting Wildopvang.nl willen graag een interactieve bijeenkomst met het accent op succesvol uitzetten. Wat zijn de belangrijkste zaken om aan te denken? We gaan graag de dialoog aan.